Het coronavirus en de lockdown hebben een groot effect op onze psyche en ons brein. Nu, een aantal maanden na de start van de pandemie, verschijnen de eerste wetenschappelijke papers. In deze blog bespreken we 3 nieuwe studies uit de psychologie en cognitieve neurowetenschappen. Zo zien we dat de lockdown zowel positieve als negatieve effecten heeft op slaap, ons einzelgängers maakt en hamsteren vooral voorkomt bij mensen met bepaalde persoonlijkheidseigenschappen. In een eerdere blog besproken we al het effect coronaberichten in de media op gedrag (klik hier om te lezen) en wat voor invloed de coronacrisis heeft op donatiegedrag (klik hier om te lezen).

Bloakes is een marketingonderzoeksbureau met een sterke basis in psychologie en neurowetenschap. Door onze achtergrond zijn we zeer geïnteresseerd in ontwikkelingen en actualiteiten binnen dit wetenschappelijke gebied. Nieuwe en opvallende uitkomsten delen we dan ook maar al te graag in onze blogs. De originele stukken over de onderzoeken zijn eerder geplaatst in ScienceDaily.

1. Hoe de COVID-19-lockdown onze slaap heeft veranderd

De lockdown als gevolg van de COVID-19-pandemie heeft een grote impact gehad op het dagelijks leven van mensen. Dat geldt ook voor de manier waarop mensen slapen. Dit rapporteren twee studies in het wetenschappelijke tijdschrift Current Biology. Beide onderzoeken tonen aan dat mensen die een ontspannen school- en werkschema hebben en meer tijd thuis doorbrengen gemiddeld meer slapen en minder last hebben van een “sociale jetlag” (een verstoring van het wekelijkse slaapritme door sociale activiteiten). Maar tegelijkertijd blijkt uit een van de onderzoeken ook dat de pandemie zijn tol heeft geëist als het gaat om zelf gerapporteerde slaapkwaliteit.

“Meestal verwachten we dat een afname van de sociale jetlag gepaard gaat met verbeterde slaapkwaliteit”, zegt slaaponderzoeker en cognitief neurowetenschapper Christine Blume van het Centrum voor Chronobiologie van de Universiteit van Basel. Tijdens de lockdown sliepen mensen elke nacht ongeveer 15 minuten langer. In de steekproef nam de zelf gerapporteerde slaapkwaliteit echter af. Een verklaring is dat de zelf ervaren last van de lockdown opweegt tegen de anders gunstige effecten van een verminderde sociale jetlag en meer slaap.”

In het andere onderzoek van de University of Colorado stelde soortgelijke vragen door de slaap voorafgaand aan en tijdens de maatregelen te vergelijken bij universiteitsstudenten waarbij lessen online en thuis werden gegeven tijdens de lockdown. Bij studenten nam de slaapduur op weekdagen toe met ongeveer 30 minuten en in het weekend met 24 minuten. Ook de timing van de slaap werd van dag tot dag in kaart gebracht. Nadat de lockdown van kracht was, kreeg 92 procent van de studenten de aanbevolen 7 uur of meer slaap per nacht, tegenover een eerdere 84 procent.

Te weinig slaap en onregelmatige te laat naar bed gaan komen veel voor in de moderne samenleving. Dergelijk slecht slaapgedrag draagt ​​bij aan gezondheidsproblemen.

Uit de onderzoeken blijkt ook dat veranderingen in werk- en studieritmes een positieve invloed kunnen hebben op het slaapgedrag. Het is verder niet verrassend dat deze ongekende situatie van de pandemie en de lockdown stress verhoogde en nadelige effecten had op de slaapkwaliteit. Positief was echter dat de versoepeling van sociale schema’s ook leidde tot een betere afstemming tussen externe en sociale factoren. Deze bepalen onze slaap-waaktijd en de interne biologische signalen van ons lichaam, dit ging ook gepaard met meer slaap. Het is daarom van belang om deze positieve ontwikkeling in gedachte te houden voordat iedereen weer terug naar de oude situatie gaat.

2. Maakt de lockdown ons einzelgängers?

De afgelopen maanden is ten minste de helft van de wereldbevolking getroffen door een of andere vorm van lockdown als gevolg van COVID-19, en velen van ons ervaren de impact van sociaal isolement. Eenzaamheid beïnvloedt zowel de mentale als fysieke gezondheid en kan contra-intuïtief zelfs leiden tot een verminderd verlangen naar sociale interactie. In dit onderzoek door het Wolfson Institute en het Sainsbury Wellcome Centre is er gekeken naar het sociaal gedrag bij zebravissen. Zebravissen worden vaak gebruikt in onderzoek naar de werking van het brein en gedrag.

De meeste zebravissen vertonen pro-sociaal gedrag, maar ongeveer 10% zijn ‘einzelgänger’ vissen die afkerig zijn van sociale signalen en andere hersenactiviteit vertonen dan hun pro-sociale soortgenoten. Echter, zelfs typisch sociale zebravissen vermijden sociale interactie na een periode van isolatie. In het onderzoek werd er getest of de hersenactiviteit van geïsoleerde zebravissen die van einzelgänger vissen nabootst of dat er andere krachten in het spel waren.

Om de effecten van isolatie te onderzoeken, isoleerden de onderzoekers gedurende een periode van twee dagen typisch sociale zebravissen van andere vissen en vergeleken vervolgens hun hersenactiviteit met zebravissen die afkeer van sociale interactie vertoonden zonder geïsoleerd te zijn. De geïsoleerde vis vertoonde gevoeligheid voor prikkels en had een verhoogde activiteit in hersengebieden die verband hielden met stress en angst.

De verschillen tussen einzelgänger vissen en hun soortgenoten werden vooral gevonden in de hypothalamus, het hersengebied dat sterk gelinkt wordt met sociale beloningen. Het bleek dat einzelgänger vissen niet dezelfde beloningen ervaren als typische vissen tijdens sociale interacties.

Daarentegen vertoonden de ‘eenzame’ vissen – vissen die typisch sociaal gedrag vertoonden en geïsoleerd waren – overgevoeligheid voor situaties waarin hersengebieden die verband houden met stress en angst werden geactiveerd. De eenzame vissen ondervonden actief negatieve resultaten van sociale interactie, terwijl einzelgänger vissen eenvoudig geen beloning ervoeren.

Maar wat kan een zebravis ons nou vertellen over menselijk gedrag in tijden van lockdown? Een gedetailleerd overzicht van de hersenen van de zebravis kan belangrijke aanwijzingen zijn voor ons allemaal die momenteel de effecten van sociaal isolement ervaren. Sociale interactie bij zebravissen én bij mensen worden aangestuurd door vergelijkbare hersenstructuren. Hoewel menselijk gedrag veel complexer is, is het begrijpen hoe deze sociale basisdrift ontstaat een noodzakelijke stap om de impact van de sociale omgeving op de hersenen en het gedrag van de mens te begrijpen.

Uiteindelijk zullen we niet allemaal einzelgängers zijn na de lockdown, maar stress kan voorkomen met het terugkeren van het sociale leven. Als we uit lockdown komen, moeten we ons bewust zijn van deze nieuwe gevoeligheid en angst, maar erkennen dat het overwinnen noodzakelijk is om terug te keren naar een normaal, gezond, sociaal bestaan.

3. Persoonlijkheidskenmerken gekoppeld aan het hamsteren van toiletpapier

Na de snelle verspreiding van COVID-19 in Europa en Noord-Amerika in maart 2020, begonnen veel mensen supermarktproducten te hamsteren, waaronder toiletpapier. Sommige bedrijven rapporteerden een stijging van wel 700 procent in de verkoop van toiletpapier, ondanks oproepen van de regering om af te zien van ‘paniekaankopen’.

In de nieuwe studie vanuit het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie onderzochten onderzoekers 1.029 volwassenen uit 35 landen die via sociale media werden geworven. en deelden informatie over hun demografische gegevens, het waargenomen dreigingsniveau van COVID-19, quarantainegedrag en de consumptie van toiletpapier in de afgelopen weken.

De meest robuuste voorspeller van het hamsteren van toiletpapier was de vermeende dreiging van de pandemie; mensen die zich meer bedreigd voelden, hadden de neiging meer toiletpapier op te slaan. Ongeveer 20 procent van het hamstergedrag was te verklaren door de persoonlijkheidsfactor emotie – mensen die zich over het algemeen veel zorgen maken en zich angstig voelen, zullen zich waarschijnlijk bedreigd voelen en toiletpapier opbergen. Het persoonlijkheidsdomein consciëntieusheid – dat kenmerken van organisatie, toewijding, perfectionisme en voorzichtigheid omvat – was ook een goede voorspeller van hamstergedrag.

Andere waarnemingen waren dat ouderen meer wc-papier hadden opgeslagen dan jongeren en dat Amerikanen meer voorraad hadden dan Europeanen. De onderzoekers wezen erop dat de onderzochte variabelen slechts twaalf procent van de variabiliteit in de opslag van toiletpapier verklaren. Subjectieve dreiging van COVID-19 lijkt een belangrijke trigger te zijn voor het hamsteren van toiletpapier. We zijn echter nog ver verwijderd van een volledig begrip van dit fenomeen.

Geef een reactie